Foto Marianne HagemanHet is woensdag 20 november, we zitten beneden bij Bijzonder Amsterdams als ik Marianne interview over haar aanstaande vertrek. Marianne is in 2016 bij Markant begonnen als projectleider Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ). “8 jaar geleden werd Trump voor het eerst president en nu ik wegga weer. Ik weet nog heel goed dat de verkiezingsuitslag net bekend werd gemaakt en dat we dat op kantoor keken.” Marianne is 66 jaar en heeft onlangs haar AOW aangevraagd. “Het lijkt als de dag van gisteren dat ik de kinderbijslag aanvroeg…”. 1 maart 2025 is officieel haar laatste dag en dan gaat Marianne genieten van haar pensioen.

Marianne is geboren en getogen in Amsterdam. “Ik ben geboren in Amsterdam-Zuid en woon nu al lange tijd met mijn man in Amsterdam-West. Ik heb 2 kinderen en 2 kleinkinderen en een kat. Ik heb sinds 2005 een eigen amateur toneelgroep, genaamd DIRK. De naam betekent niks hoor, we wilde gewoon iets geks. We treden jaarlijks op in verschillende theaters en dat vind ik heerlijk. Ik ga zelf ook graag naar het theater, maar ook naar de film. En ik houd van lezen, wandelen, musea en haken.”

Niet vanzelfsprekend
Het is niet heel vanzelfsprekend dat Marianne in de zorg terecht is gekomen. “Ik wilde vroeger juf worden of iets in de bibliotheek. Ik was dol op stempeltjes zetten en had een heel systeem gecreëerd met mijn boeken. De verpleging komt helemaal niet voor in mijn familie. Als vakantiewerk maakte in schoon in een verzorgingshuis. Dat vond ik vooral ontzettend leuk, vanwege de oude mensen die ik daar ontmoette. Ik ben altijd heel erg geïnteresseerd in mensen en kreeg zomaar een inkijk in hun leven. Op een dag vroeg ik aan iemand die daar werkte hoe ik verpleegkundige kon worden en zo is het begonnen. Het was best een pittige opleiding. De combinatie van 40 uur per week onregelmatig werken en een opleiding ernaast, maar het was een goede keuze in mijn leven. Ik heb er nooit spijt van gehad.”

Affiniteit met VPTZ
Marianne werkt komend jaar 25 jaar voor Cordaan, de organisatie waar Markant ook onder valt. “Wat voorheen nog Amsterdam Thuiszorg was. Ik was daar leidinggevende en 8 jaar geleden werden daar de zelfsturende teams ingevoerd. Ik zag mijn eigen functie verdwijnen en ging op zoek naar iets nieuws. Ik had altijd al affiniteit met palliatieve zorg en ik kende de manager van Markant. Dus ben ik het gesprek aangegaan en werd ik projectleider VPTZ bij Markant. In 8 jaar tijd is er een hoop gebeurd en heb ik met veel mensen samengewerkt. Het was een hele leuke tijd en ik heb de laatste jaren mijn kennis, kunde en ervaring mogen inzetten om het leven van mensen in de laatste levensfase ietsje lichter te maken door het inzetten van een vrijwilliger.”

Bijzondere momenten
In de 47 jaar dat Marianne in de zorg heeft gewerkt zijn er hele bijzondere momenten die ze nooit zal vergeten. “Ik denk dat iedereen die voor het eerst met een rolstoel loopt het wel heeft meegemaakt. Het was denk ik nog tijdens mijn vakantiewerk. Ik ging met een verwarde mevrouw wandelen met de rolstoel. We moesten een stoepje af en hup, daar ging ze, zo uit de stoel op de voetensteuntjes. Maar ook een keer een patiënt in het ziekenhuis die zo onverzorgd was, de luizen dreven in het bad. Dat had ik nog nooit gezien.”

Match made in heaven
Ook zijn er veel dingen die indruk hebben gemaakt op Marianne. “Het mooie van VPTZ vind ik dat ik bij mensen uit alle lagen van de maatschappij achter de voordeur mag kijken en iets voor ze kan betekenen. Van gewoon, groots en meeslepend, tot klein of eenzaam. Ieder mens heeft de behoefte om gezien te worden. Van piepkleine huisjes tot enorme grote huizen. Op allerlei verschillende plekken in Amsterdam. Dat vind ik prachtig. En om dan een goede match te maken tussen de cliënt en de vrijwilliger, daar hou ik van. Soms heb je gewoon een ‘match made in heaven’. Zoals bij een man in Noord. Hij was een wetenschappelijk onderzoeker en ik vond precies de goede vrijwilliger voor hem. Ze hadden in een ander leven wel vrienden kunnen zijn, zo vertelden ze zelf. Zijn leven werd steeds kleiner, totdat ze uiteindelijk op het balkon bleven bij de plantjes. De vrijwilliger voegde zich helemaal en bleef zelfs 2 nachten slapen op het laatst. Zo zie je dat het ook voor de vrijwilliger echt iets kan betekenen in zijn of haar leven. Dat was een van mijn laatste inzetten.”

Dat soort dingen raken mij
Een van haar eerste inzetten heeft ook veel indruk op Marianne gemaakt. “Dat was een man van in de 60. Hij kon nog maar slecht praten vanwege keelkanker. Hij hield enorm van opera. Maar hij schaamde zich enorm voor zijn nare wond, zijn vrienden kwamen niet meer. De vrijwilliger die wij vonden, hield ook van opera en maakt er geen probleem van. Hij nam een grote tas vol verband mee en samen gingen ze naar de opera. Dat soort dingen raakt mij. En een situatie waarin een vroeger succesvolle vrouw met een rijk uitgaansleven uiteindelijk alleen overblijft. Niemand keek meer naar haar om. Die eenzaamheid raakte mij echt. Hoe kan iemand zo alleen achterblijven in het leven?”

Trots op onze vrijwilligers
Marianne praat vol enthousiasme over haar werk, maar vooral over de vrijwilligers. “Ik ben echt trots op onze geweldige vrijwilligers! Dat mensen zoveel overhebben voor een ander. Het geeft veel voldoening om de juiste match te maken en mensen aan elkaar te koppelen. Cliënten zijn vaak oprecht verbaasd dat het zo goed klikt. Daar ben ik echt trots op. Dat is ook tegelijk wat ik achterlaat. Gemotiveerde vrijwilligers.”

Herinneringen
Gelukkig laat Marianne niet alleen maar dingen achter. Ze neemt ook dingen mee. “Ik neem 8 hele leuke jaren mee. Ik heb met veel plezier gewerkt en hele leuke collega’s gehad. Ik heb echt veel mooie en dierbare herinneringen. Ik had eigenlijk al eerder kunnen stoppen, maar ik vond het nog te leuk. Ik ben niet bezig met de dagen af te strepen. Wel ben ik blij dat er straks geen wekker meer gaat.”

De dood
De dood is een onderwerp wat dagelijks aan bod komt in Marianne haar werk. Maar bang voor de dood is Marianne niet. “Nu niet nee, maar als het zover is, weet ik het natuurlijk niet. Toen ik 22 jaar was overleed een kind van 7 jaar in mijn directe omgeving. Toen dacht ik, als jij dit kunt als klein kind, waar zou ik dan bang voor zijn? Soms zie ik dat cliënten bang zijn en niet dood willen. Dat is heel moeilijk voor de cliënt zelf en vooral voor de naasten. Maar ook voor de zorgverleners. Een vrijwilliger kan echt het verschil maken. Ik vind het wenselijk dat een vrijwilliger onderdeel is van het team om iemand heen. De zorgprofessional komt altijd met een doel, de vrijwilliger neemt alleen zichzelf mee. Dat besef rondom een sterfbed is voor iedereen fijn. Je mag sterven zoals je wilt, maar als het levenseinde geaccepteerd wordt, dan is het gemis van de overledene voor de naasten soms makkelijker te dragen.”

Na mijn pensioen
Grote plannen na haar afscheid heeft Marianne niet echt. “Ik weet het eigenlijk nog niet zo goed. Mijn huis op orde brengen, een kast opruimen. Ik ben vooral blij dat er geen wekker meer gaat. Wel ga ik een vaste dag in de week oppassen op mijn kleinkinderen van 3 en 1 jaar. En straks kan ik overdag repeteren voor een toneelvoorstelling, daar kijk ik naar uit. Ik heb ook nog 3 oudere zussen waar ik graag bij op bezoek ga. En een hele schaar aan vriendinnen waar ik lekker mee naar een museum of andere stad ga, ga wandelen of naar de markt ga. En ik blijf nog even trainingen geven aan vrijwilligers in het land. Maar hopelijk heb ik straks de rust om (nog meer) te lezen, vooral ’s ochtends in bed als mijn man er eerder uit gaat dan ik.”

Bucketlist
Maar stiekem heeft Marianne toch ook een kleine bucketlist. “Ik ga met een vriendin op vakantie naar Noorwegen. Onze partners willen daar niet heen, dus gaan we lekker samen. En misschien wil ik Italië nog wel helemaal rondreizen langs de kust. En vriendinnen bezoeken in Amerika. En ik heb nog stapels boeken die ik wil lezen. Of alle musea in Amsterdam een keer bezoeken.” Kortom, Marianne verveelt zich voorlopig nog niet.